hé lul da's mijn plek
er davert een motor voorbij
die vervolgens hard moet remmen
want zó lang is de straat niet
nee man, dat valt me van je tegen
ik zou nóóit jouw vaste plek
een auto wacht met draaiende motor
op terugkeer van boodschappen, vrouw
maar je staat er wél
meiden giechelen onverstaanbaar
over de hele breedte van het trottoir
nee man, ik sta nooit op jouw vaste plek
een spoilerman ronkend vol testosteron
trapt hem nog 's lekker op z'n staart
wat ben jij een lul
een bejaard echtpaar veegt de straat
plukt onkruidjes weg tussen tegels
hé man ik ga toch niet op jouw vaste plek
een zwerver mompelt euro's en centen
allang niet meer vragend, zwijgend
bekijk het lul
eikel
uitzicht,
straatrumoer,
de kosterij,
crematorium: korte
serie gedichten over groningse locaties die een rol
spelen in mijn leven